donderdag 18 mei 2017

Een eenvoudige visser


Ik heb naar vandaag(9 mei) uitgekeken. Gewoon, om te penvissen op karper. Het is wel een aparte visserij zo af en toe: eerst wachten totdat mijn dochters naar school gaan en dan kan ik zo rond 8:50 starten met voeren. Dit zijn vreemde tijdstippen om te starten, want voor wat betreft mijn visserij kan het mij niet vroeg genoeg. Ach, we nemen het maar zo als het is.

Voor vandaag was er een fijne temperatuur voorspeld, maar ook perioden met regen. Zoals ik wel eens eerder heb verteld, vind ik het weerbeeld niet eens zo belangrijk maar de temperatuur wel! Mijn regenpak gaat mee en dat was geen overbodige luxe…
Als ik in de polder arriveer, m’n autootje uitstap en die heerlijke mestlucht opsnuif, dan merk ik pas hoe kalm ik ben. Ik ga me niet haasten en ik neem mij voor dat de tijd niet tegen mij gaat werken. Sterker nog, ik ga gewoon niet op de tijd letten.
Ik kijk een beetje in het rond. Langs het water en richting de lucht. Het lijkt erop alsof er regen aankomt. Ik besluit mijn regenpak maar vast aan te trekken. Zo hoef ik meteen minder mee te zeulen.
De duiker deelt het water in tweeën. Dit komt omdat er aan 1 kant van de duiker een metalen rooster de ingang verspert. Aan de ene kant zie ik regelmatig dikke golven vanuit de kant komen. Steeds op verschillende plekken. Ik krijg het idee dat de karpers nu iets anders aan hun hoofd hebben. Toch maak ik een drietal voerplekken rond deze kant van de duiker. De andere kant op kan ik heerlijk over het weiland slenteren en ik maak vier voerplekjes, op ruime afstand van elkaar. Denk aan gemiddeld 50 meter tussen elke stek. Op de plekken direct rond de duiker heb ik met grover aas gevoerd. Op de plekken waar minder stroming staat heb ik met fijn spul gevoerd. Gewoon, een testje voor mezelf.

Na het voeren loop ik terug naar de eerste, aangevoerde stek en de eerste, dikke druppels komen al neer op mijn capuchon. De hengel wordt opgetuigd, het aas gaat aan de hair, het schepnet wordt uitgeklapt, het aas dwarrelt naar de bodem en de pen staat perfect. Weinig stroming(relatief gezien op deze stek) en weinig wind. En het regent warm water…
Op het nieuws hadden ze het over ‘enkele’ buien, maar hier blijft het regenen tijdens mijn gehele sessie. En hard ook. De karper schijnt zich er niets van aan te trekken. Na enkele malen de voerstekken bezocht te hebben richting het weiland en twee keer misgeslagen te hebben, ga ik mij weer op de voerstekken rond de duiker zelf concentreren. Het metalen rooster houdt al het drijfvuil tegen, wat normaliter zo door de duiker heen stroomt. Een prachtige schuilplek voor karper en ander vis, want het is echt een flink pak drijfvuil. Mijn pennetje wordt er weer tegenaan geplaatst en ik schenk mezelf maar weer eens een bak koffie in. Onderwijl naar elke vorm van activiteit van karper speurende.

Langzamerhand wordt de stroming sterker en wordt mijn pennetje driftig tegen het drijfvuil gedrukt. Het rode puntje wordt steeds moeilijker te traceren doordat de stroming de pen onder wilt duwen. En dan gebeurt het: de pen is opeens niet meer zichtbaar, het nylon strekt zich als een bezetene, ik sla aan. Een klap op de hengel en een vis die er vandoor snelt. De beker met koffie is, natuurlijk, weer omgevallen. Eventjes sta ik te drillen, als de vis zich snel laat zien. Het lijkt op een verwilderde schub. Een vis die ik hier nog niet gevangen heb. Na een minuut of vijf ligt de snelheidsduivel op de mat. Duidelijk zie ik verwondingen van de paai. De vis gaat snel weer het water in.
Toen ik hier vanmorgen begon te vissen, dacht ik al dat de paai zijn intrede had gedaan. Dit kon je merken door de vele kringen die uit de kant kwamen en vissen die achter elkaar aan zwommen. Maar goed, ik was hier dus nog niet zo zeker van. Wel bedacht ik mij toen direct dat er waarschijnlijk niets gevangen zou worden. Het liep dus toch anders.


Na deze vangst strooi ik wat voer bij en ga weer richting weiland. Een heerlijke wandeling door het hoge, malse en natte gras. Maakt me niets uit, want ik heb uitstekende, nieuwe wandel/trekkingschoenen gekocht. En wat hebben zij hun dienst bewezen vandaag! Echter, aan deze kant van het water is geen karper te bekennen. Ik zie geen activiteit op en rond mijn voerplekjes. Ook niet als ik gewoon het water afspeur naar activiteit op zich. Goed. Met nog een uur tijd(ik moest wel nu, want de jongste komt dan thuis van school…) besluit ik mij volledig op en rond de duiker te concentreren aangezien daar de meeste activiteit te vinden is.

In de volle regen plaats ik mijn pennetje tegen een rietstengel aan. Tijd om te zitten is er nauwelijks; het pennetje stijgt wat, zakt weer terug en gaat er dan vandoor! Ik sla aan en een woeste vis heeft een even zo woeste uithaal. Links van mij begint er al een flink lelieveld te ontstaan. De vis wil daar duidelijk naar toe. Als een vis eenmaal een obstakel dicht in de buurt heeft ‘geroken’, dan zetten ze vaak nog een extra versnelling bij. Ook deze vis doet dat, en de hengel krijgt flinke klappen te verduren. Als een bezetene schiet de vis van oever naar oever. Bijna stuurloos lijkt de vis wel. Gelukkig is mijn materiaal in perfecte staat en dit zorgt ervoor dat ik de verschillende uithalen enigszins met een hart gerust kan pareren. Ik hoef ook niet bang te zijn voor lijnbreuk.
De oever waar ik op sta te drillen is redelijk hoog. De brandnetels staan ook hoog… De vis is klaar om geschept te worden en ik glijd onderuit, met mijn handen vol in de brandnetels. Dit heb ik al zo vaak gehad, dat het onderhand routine is geworden om ook dan de hengel en het nylon onder spanning te houden. Vanaf een afstand bekeken lijkt me dit wel een komisch gezicht.
De vis ligt op de kant en het is echt zo’n strijder. De vinnen worden constant aangespannen en als ik de vis aanraak, dan spant de vis elke spier aan in het lichaam. Blijkbaar nog niet klaar met ‘vechten’. Het is een trotse vis, maar ook puntgaaf! Snel enkele foto’s en weer veilig het water in.
Een 'Stoere Ridder...'

Ik besluit hierna naar het pakket drijfvuil te gaan, de oever tegenover mij. Na een minuut of tien krijg ik het idee dat ik op die voerplek geen vis meer ga vangen. Ik trek mijn stoute schoenen aan en loop weer terug naar de plek van de gevangen, ‘Stoere Ridder’. Feitelijk ligt mijn pennetje een kwartier na vangst weer op dezelfde stek. Ik verwacht niets, maar goed, ik heb nu nog zo’n 15 minuten te vissen.
De pen ligt weer naast de rietstengel, maar niet voor lang! Direct is er weer interesse in het aas. Het pennetje ‘huppelt’ een beetje en gaat dan langzaam onder. Ik haak een hoogzwangere dame. Een logge, trage dril volgt, maar komt al binnen vijf minuten tot een eind. Het is wel de grootste van de dag. De haak is er zo uitgewipt. Even bewonderen, twee foto’s maken. De onthaakmat wordt erbij gepakt om deze vis weer netjes terug het water in te kunnen zetten. Ik controleer of de borstvinnen goed gevouwen zijn, de onthaakmat klap ik dicht en ik loop naar een plek waar ik de vis makkelijker via de onthaakmat het water in kan laten glijden. Toch nog drie vissen weten te vangen. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht.
Ik ben maar een eenvoudige visser…



Groet,

Dale


woensdag 10 mei 2017

Tanden bijten in de polder

De dag dat ik wilde gaan penvissen, moest ik helaas aan mij voorbij laten gaan door verschoven, sociale verplichtingen. Niet dat dat erg is, maar de temperatuur op die ene dag was wel erg fijn voor mij en de vissen. Goed, het wordt dus een dag later waarbij de temperatuur minimaal 4 graden lager uitviel en de wind naar windkracht 5 zou aansterken. Ook geen probleem, maar in de polder wordt het dan al gauw erg frisjes. En voor mij, als 'Opperkoukleum... Nou ja, vul de rest zelf maar in.

Ik maak twee voerplekken bij een duiker. De ene kant staat vol op de wind en de andere kant ligt enigszins in de luwte. Vorig seizoen heb ik hier gevoerd met tarwe en ging daar dan bovenop vissen met grover aas. Dat resulteerde in gevangen roofvis. Ik denk dat de tarwe toen veel klein vis aantrok, waarop de snoek en snoekbaars hun kans zagen. De tarwe laat ik nu links liggen...

Door de wind is het lastig mijn pennetje secuur te positioneren. Tevens bemerk ik dat er een stevige onderstroming staat, die lijnrecht tegenover de windrichting staat. Geen probleem, maar het maakt het allemaal wat uitdagender. Het pennetje staat prima. De luwe kant van de duiker levert enkel wat kleine tikken op de pen op. Uit ervaring weet ik dat dit zeker karper kan betekenen op deze plek. Helaas, geen aanbeet. Ik wandel naar de andere kant van de duiker. De kant waar de wind vol op staat te blazen en waar een flinke pakket drijfvuil zich verzamelt. Al gauw danst het pennetje tussen de woeste golven, maar rustend tegen de rand van het drijfvuil.

Drijfvuil...


Zeer spannend, want hoe vaak gebeurt het niet dat je pennetje weg flitst in zo'n situatie? Ik blijf dan ook uiterst scherp en laat mijn oog niet van het pennetje afleiden. Ja, de pen schiet onder! Maar komt ook snel weer boven. Ik vermoed een lijn zwemmer. Ik zie een rechtopstaande, dorre rietstengel tussen het drijfvuil en deze wordt beroerd door een vis. Uit het niets een bellenplakkaat naast mijn pen. En dan schiet de pen weer onder. Ik wacht totdat mijn nylon lijn gaat 'lopen' en sla dan pas aan. Een karper wordt gehaakt. De karper blijft eerst rondjes onder mijn top draaien. Dit voelt als een mooie vis. Dan rukt de vis, zonder waarschuwing, een flink aantal meters van de molen. Bonkende, agressieve halen en de vis heeft op een meter of 15 afstand een lichte obstakel gevonden. Geen beweging meer, maar ik zie het water daar kolken. De vis zit er nog aan. Ik besluit mijzelf te herpositioneren om de vis en mijn nylon vrij te krijgen van de obstakel(s) onder water. Dit lukt en de vis komt gedwee terug. Ik zie de flank van de vis en het is een machtig apparaat! Scheppen maar. Wel zie ik dat de borstvinnen wat onderontwikkeld zijn. Een karper van 79 cm. ligt kort op de kant voor enkele foto's en gaat daarna snel weer het water in. Een glimlach kan ik niet onderdrukken.
Krijg de foto niet gedraaid...


Na deze vangst ga ik weer naar de andere kant van de duiker. Tussen de jonge, opkomende leliebladeren voor mijn voeten, zie ik een vis rondschuiven! Leliebladeren op verschillende plekken worden beroerd door die vis en de zwemroute. Helaas is deze vis ook snel weer weg. Te snel om er mijn aas bij te leggen. Mijn pennetje ligt voor de ingang van de duiker, Weer op een richel van ondiep naar diep(er). Ik hoef niet lang te wachten, want de pen duikt weer furieus weg. Ik sla te vroeg aan.

Regen...
Ik schenk mezelf nog maar een kop koffie in en duik diep weg in de kraag van mijn jas. Wat giert de wind hier over het weiland. Ik twijfel eventjes over het opzoeken van een andere stek, maar de tijd dringt en de wind heeft daar nog meer vrij spel. Ik besluit het hier nog even uit te houden en waarom ook niet? Er is genoeg activiteit. Maar die activiteit stroomt langzaam weg met de steeds sterker wordende stroming en harde wind. Gelukkig! Het begint ook te regenen en mijn handen beginnen alweer te tintelen. Kan mij het ook schelen. De buit is eigenlijk al binnen en ik besluit te stoppen. Volgende keer weer nieuwe kansen!

Groet,

Dale