dinsdag 27 september 2016

Three in a row



Three in a row.


De dagen dat ik vrij heb, moet mijn vriendin vaak werken en de kinderen naar school. Ik kan dan niet zo vroeg gaan vissen dan dat ik graag zou willen. Ik stel dan ook mijn verwachtingspatroon wat bij, want normaliter is om 9:00 beginnen met vissen niet het meest ideaal. Aan de andere kant zorgt het ervoor dat ik iets meer ontspannen langs de waterkant ‘zit’. Dit omdat ik natuurlijk iets minder verwacht van de vangst. 
De kinderen zijn naar school en ik rijd met mijn autootje al slalommend tussen fietsende scholieren door richting ‘mijn’ stek. De rit naar deze stek toe is geen straf. Het is een mooi lintdorp, voorafgaand door smalle wegen dwars door de polder. Open landschap.

Kalmpjes aan pak ik het voer uit de auto. Mijn hengelspullen haal ik er ook alvast uit, maar leg ik in de graskant waar het gras en brandnetels behoorlijk hoog staan. Ik wil niet dat, na mijn voerrondje, de vissen schrikken van dichtslaande deuren van de auto, omdat ik mijn hengelspullen nog moet pakken. Ik observeer hier en daar en strooi ook wat voer hier en daar. Open plekken tussen de lelies, wat losse rietstengels in het water een duiker en een vuilbalk hebben mijn voorkeur. En dus ook mijn aandacht. Zo heb ik al vrij vlot vier voerplekken gemaakt. Allen voorzien van twee kleine handen voer. Hoewel de temperatuur gunstig wordt vandaag, voel ik toch dat de lucht wat ijler wordt. De leliebladeren vertonen ook al wat bruine randen langs het blad. Tijden veranderen. Of, eerder gezegd, het seizoen verandert.
Mijn hengel tuig ik zorgvuldig op; nog een laatste keer de haakpunt controleren. Nog een laatste keer het nylon controleren op oneffenheden, voordat ik de oersterke karper ga belagen. Ik schuif een stuitje onder de pen. Hier kneed ik wat tungsten putty omheen. Het gebeurt mij te vaak dat ik tijdens een dril loodhagels verlies. De pennetjes die ik gebruik in combinatie met de situatie, zorgen ervoor dat ik ontzettend licht kan vissen. Ondanks een stevige stroming.
Het pennetje ‘staat’ op ongeveer 0,2 gram. Door mijn onderlijn te verbinden met een lichte wartel aan mijn hoofdlijn, zinkt de montage. Ik stel de montage zo af dat er nog zo’n 3 tot 5 mm van het oranje/rode puntje van de pen boven het wateroppervlak uitsteekt. In mijn beleving vis ik op deze manier uiterst scherp. Door mijn haak vast te zetten aan het eerste oog van mijn hengel en het tellen van de ogen vanaf het tweede deel van mijn hengel, kan ik de pen precies op de juiste diepte zetten van de stek waar ik begin. Langzaam laat ik het zaakje in het water zakken voor de duiker. De stroming neemt mijn pen mee tot net voor de ingang van de duiker. Ik rem af. Het pennetje blijft net zichtbaar. En nu maar hopen dat het pennetje niet te lang zichtbaar blijft.
Getuige het feit dat de pen af en toe wegzakt, merk ik dat er vis is. Voorheen sloeg ik hier veel aan op lijnzwemmers. Ook nu zijn er weer enkele lijnzwemmers, maar ik heb ervaring opgedaan en sla bij die duiker niet zomaar aan. De pen moet echt vertrekken voordat ik aansla. Eerder heeft geen zin. Dit komt door de stevige stroming die er bij de duiker staat en de vissen die flink met hun vinnen aan het werk zijn. Valsgehaakte vis vangen is hier niet moeilijk…
Helaas komt er geen aanbeet die volledig doorzet bij de duiker en ik schuifel dan ook behoedzaam naar de voerstek die tussen wat losse rietstengels is gemaakt. Rietstengels die af en toe opzij worden gedrukt! Meteen stijgt mijn hartslag tot onmetelijke hoogten. Als ik dan ook nog eens op een dikke ‘bruisplakkaat’ word getrakteerd, is het feestje compleet. Snel stel ik de diepte opnieuw in en plaats ik de pen voorzichtig tussen de rietstengels. Shit, iets te ondiep afgesteld. Ik haal de boel voorzichtig weer omhoog, maar mijn onderlijn blijft op zo’n halve meter boven het water in een rietstengel hangen. Nogmaals ‘shit’! Voorzichtig trek ik de boel op spanning en gelukkig krijg ik het zaakje los. Maar mijn lijn wikkelt zich wel enkele malen om de top van mijn hengel. Behoorlijk in de war en in de knoop.
Ik kijk naar het water en de vis zit er nog steeds. Lijkt zich van geen kwaad bewust. Het lukt me om alles uit de knoop te halen. Ik controleer de haakpunt weer en het nylon: alles nog in orde. Het pennetje schuif ik iets meer omhoog en plaats het aas weer tussen de rietstengels. Onmiddellijk begint de pen te ‘waggelen’. Ik wacht af, maar na een minuut of vijf wordt het stil. Hmmmm, heeft de karper toch onraad geroken? Ik wil een kopje koffie inschenken en wend mijn blik van de pen af. Op het moment dat ik wil inschenken werp ik toch weer een blik op de pen en zie deze de diepte induiken. De thermosfles en dop krijgen vliegles. Ik sla aan op een felle krachtpatser. Niet groot, wel fijn. Na het terugzetten drink ik eerst maar eens een kop koffie…

Niet groot, wel fijn...
Hierna leg ik de hengel even terzijde en ga ik de andere voerstekken bekijken. Geen activiteit bij de vuilbalk, geen activiteit tussen de lelies. Ik speur nog eventjes rond op andere plekken tussen de lelies. Plekken waar ik niet gevoerd heb. Ik kan geen activiteit vinden. Dan ga ik toch maar weer bij de duiker proberen. En het gaat razendsnel. De pen heb ik amper scherp staan, of deze zakt enkele malen wild onderwater. Na de derde keer blijft de pen weg en zie ik hem onderwater versnellen. Ik sla aan. Een prachtig gekleurde karper heb ik aan de haak. Beduidend groter dan de vorige! Het lukt me om de vis hoog in het water te houden en daardoor kan de vis er geen sprint uitpersen. Alleen maar beter met dat lelieveld recht voor mijn neus. Tijdens het drillen krijg ik vaak een koud water douche door de staart van de karper. Binnen drie minuten ligt de vis op de kant. Echt even de tijd nemen om te bewonderen. Puntje gaaf! Zeer tevreden zet ik de vis weer snel in het water.

Puntje gaaf...
Na deze vangst loop ik naar de vuilbalk. Inmiddels doet deze balk echt z’n naam eer aan. Allerlei troep wordt opgehouden door de balk. Ik zie een open plekje tussen het vuil en daar plaats ik mijn pennetje. Al snel bijna niet meer te zien door het groene kroos en ander spul. Ik moet flink turen om nog iets te zien. Ik dacht toch even te zien dat er beweging in het pennetje zat… Ja, toch!

Ja, toch...!

De pen duikt onder, ik wacht totdat ik mijn lijn zie ‘lopen’ en sla dan pas aan. Het werkt. Ik haak weer een mooie karper. De karper sprint onder de balk door. Ik duw mijn top onder water zodat mijn nylon de balk niet raakt en de vis komt langzaam maar zeker weer in het veilige gebied. Dik tevreden schep ik weer een mooie karper. In anderhalf uur tijd drie karpers. Wie zegt dat laat beginnen niet loont?
Tussen 10:00 en 11:30.

Groet,
Dale

zondag 11 september 2016

karper winst



Voor het verslag verwijs ik je door naar het blog van Hans Koeslag; http://kruimopjekurken.blogspot.nl/2016/09/penvissen-met-dale-tussen-de-mini.html