dinsdag 6 oktober 2015

Een cadeau.





De start op een nieuwe werklocatie, de start van het laatste jaar van de opleiding, de start van het schaakseizoen, de start van de 'donkere' periode(seizoen); allemaal elementen die zorgen voor een verminderde drang om te gaan vissen. Tenminste, dat zou je denken. Eerlijk is eerlijk, het fanatisme verdwijnt wat, maar toch wil ik nog proberen om wat karpertjes te verschalken. Als een diesel loc dendert de boel maar door....
Ik vis nog steeds op de stek 'bij de duiker'. De aantallen in vangsten lopen zienderogen terug, maar de vissen die gevangen worden, worden alsmaar groter en zwaarder. De reden dat ik hier blijf vissen, is het feit dat ik ervan overtuigd ben dat er grote(r) vis zit. Groter dan dat ik al vang. Voor het eerst in mijn vissers bestaan, hecht ik meer waarde aan de vangsten dan aan de omgeving. Het voelt een beetje dubbel: het water is mij op het lijf geschreven, maar ligt dicht langs een polderweg waar vele fietsers voorbij fietsen. Auto's zijn ook in grote aantallen te zien... En toch, mijn vangsten zijn niet onopgemerkt gebleven door vele mensen. Soms ontstonden er verkeersonveilige situaties, omdat ik met een hoepelronde hengel langs de waterkant stond en auto's plotsklaps vol in de ankers gingen. Lachwekkende taferelen.

Vorige week vrijdag(18-9) ging ik met mijn jongste dochter op deze stek vissen. Een lastige beslissing, want zij is nog lang niet klaar om op dit soort obstakelrijk water te vissen. Ik overdenk de situatie op voorhand, als zij er een karper aan krijgt. Er is een plek waar zij vrijuit zou kunnen drillen. Tenminste, het leliebed begint daar op zo'n 20 meter afstand vanaf de eventuele vangstplaats.... De volgende, lastige beslissing moet ook genomen worden: hoe kan ik haar een vis verantwoord laten drillen, mocht ik niet direct in de buurt zijn? Ik besluit dus om niet verder van haar te zitten dan 25 meter, ruw geschat. Op die manier kan ik snel bij haar zijn en ach, ze kan heus haar visje wel drillen. Ook mag zij met de CJW Flex XXH vissen. Een hengel van 3,95 meter en met een arbeidsvermogen van 2 pond. Een absolute beul, maar op deze stek soms toch wel erg fijn.

Het gebeurt ook gewoon: "Pap!!! Ik heb beet!" Het is duidelijk dat ze er een karper aan heeft, maar ze kan niet zo vlug opstaan. Ik sprint naar haar toe en wil de hengel hoger houden. Shit, de molenslinger haakt vast in de riemen van de schoudertas... Niet goed, want nu komt de volledige kracht op het nylon te staan omdat ik de hengel niet omhoog kan krijgen. Niet doordenken a.u.b...
Ik krijg de slinger los en duw de hengel in de handen van mijn dochter: "Drillen!" Het blijkt weer om een 'powerkarper' te gaan. Gehurkt achter mijn dochter duw ik met mijn rechterhand op het onderste gedeelte van het kurken handvat om de hengel de lucht in te krijgen. Deze vis lijkt nog een maatje te groot voor haar, maar het drillen doet ze verder helemaal zelf.
Onder het drillen: " Papa....deze vis maakt mijn spieren stuk. Ik hou 'm niet meer..." Toch belandt deze karper mooi in het net en het is tevens de grootste vis die mijn dochter ooit heeft gevangen.


´Pap, de vis maakt mijn spieren stuk...´

Na deze vangst wordt het weer een tijdje rustig. Ik leg mijn hengel op een gegeven moment op de kant en besluit enkele voerstekken te bekijken die ik tussen de lelies heb gemaakt. Als er vis zit, dan zou je dat moeten kunnen zien door de bewegende lelies. Uiteindelijk zie ik van een afstand activiteit op een voerstek. Flinke bellen en ik zie leliebladeren bewegen. Ik sprint terug naar mijn hengel, om daarna weer richting activiteit terug te keren. Bij terugkomst zijn de bellen verdwenen, maar toch zie ik nog leliebladeren flink bewegen rond de voerstek. Heel voorzichtig leg ik het pennetje op de stek. Al vrij vlot zakt de pen weg, maar op het moment dat ik wil aanslaan stopt de aanbeet. Verdorie. Lijnzwemmer? De vis maakt nog enkele, nerveuze rondes door de lelies, maar dan lijkt de vis toch echt vertrokken te zijn. Ik ga weer verder naar een andere voerstek tussen de lelies, zo'n 10 meter verderop. Amper heb ik het pennetje in het water staan, of ik zie op verschillende plekken lelies alle kanten op draaien! Spannende momenten. Ik verplaats mijn pennetje regelmatig dicht bij de rondscharrelende vissen, maar veel verder dan weer geen doorzettende aanbeet kom ik niet. Hierop besluit ik mijn aas en aasaanbieding aan te passen. Je weet maar nooit....
Na een minuut of 10 krijg ik het idee dat de vis(sen) vertrokken zijn. Ik zie geen activiteit meer. Op het moment dat ik besluit dat het wel mooi is geweest voor deze dag, zie ik leliebladeren rond mijn pen opzij gedrukt worden. Het water begint zelfs licht te kolken. De vis lijkt in een soort rondje te zwemmen, als ik zo de bewegende leliebladeren volg. Zou het dan toch nog lukken? Voor de derde keer maakt de vis het rondje nu. Het pennetje zakt iets en verdwijnt dan helemaal onderwater. Ik tel weer in mijn hoofd: 21, 22 en sla dan aan. Hangen! En dan hoor ik van afstandje: "Goed zo, papa! Heb je er een? Goed gedaan!" Heerlijk, zo'n kind ;-).
De karper neemt een bijzonder woeste uithaal het leliebed in. Voor eventjes zit de boel vast, maar na wat gemanoeuvreer komt er weer wat beweging in de zaak. Kalmpjes aan trek ik de vis uit de lelies. 
Eenmaal op de kant blijkt de vis 73 cm. te zijn en 16 pond. Wat een prachtige vis!




Na deze vangst vraag ik of mijn dochter nog verder wil vissen. Dit wil zij wel. Ik voer dus wat bij op de verschillende voerstekjes. Helaas, zo'n 10  minuten later snijdt mijn dochter zich aan het deksel van het blik mais. Met een flinke snee in haar vinger en geen pleisters bij de hand, rijden we naar huis. Thuis aangekomen hebben we de snee flink 'gespoeld' en er een pleister op gedaan. Ik heb haar verteld dat de meeste vissers hier ooit wel een keer mee te maken hebben gehad. Volgende keer gaat het blikmais maar in een plastic zakje mee. Weg van het gevaar....




25 september, een cadeau.

Een week later sta ik weer aan de waterkant. Nadat ik de kinderen naar school heb gebracht begeef ik mij naar de stek. Dat betekent dat ik zo rond 9:00 pas begin met vissen. Rijkelijk laat, maar de karpers kun je hier de hele dag door vangen. En ach, je moet toch iets met de beschikbare tijd... Ik maak de voerstekken weer in open plekken tussen de lelies. Het is de laatste tijd duidelijk geworden dat de vissen zich het meest ophouden dicht bij de t-splitsing. Hier focus ik mijzelf dan ook het meest op. Het duurt enige tijd eer ik activiteit ontdek bij vriend karper. Ik merk dat de vissen zich meer verspreiden over het water. De koude(re) tijd komt eraan en andere gedeelten van dit water kan ik niet bevissen. Op die manier ben ik toch enigszins gebonden aan een kort gedeelte van dit water.

Na een aantal uren vissen zie ik leliebladeren draaien op een voerstek. De spanning stijgt en ik sluip richting activiteit. Duidelijk dat er vis op mijn voerstek zit. Voorzichtig doop ik mijn pennetje in het water; ik laat mijn aas heel voorzichtig zakken, de lijn blijft gestrekt. Op deze manier kan ik zien of mijn aas niet blijft rusten in een leliestengel onderwater, zonder een vis te storen. Soepeltjes zakt het aas naar de bodem en de pen staat perfect. Dit omdat de boel zinkt op de lichte wartel van mijn onderlijn. Verschillende keren wordt mijn pen opzij gedrukt, maar een echte aanbeet blijft uit. Al snel is de vis opgeschoven naar een andere stek. Potverdikkie.

Ik verplaats mij naar de t-splitsing. Af en toe zie ik hier wat leliebladeren draaien, soms op meerdere plekken tegelijk. Mooi, verschillende vissen zitten toch in de buurt! Maar na een kwartier is er geen activiteit te bespeuren, ondanks dat mijn pennetje een paar keer een lichte aanbeet registreerde. Toch blijf ik hier nog een tijdje zitten.
Op het moment dat ik denk om in te pakken, zie ik weer activiteit ontstaan. Een vis ploegt nerveus tussen de lelies door. Voor heel even is het weer stil, maar dan schiet plots mijn pen weg! Ik sla hard aan en een vis ploegt weg, gehaakt en wel. Dit voelt goed. Geen nerveuze, schichtige bewegingen onder water, maar trage, lome staartbewegingen. Een vis die vecht op het gewicht. De slip werkt enkel op de eerste vlucht, maar daarna vangt de hengel met het nylon de klappen op. Het duurt een minuut of 10 voordat de vis zich overgeeft. Wauwie! Wat een pracht vis! 80 cm. en 22 pond! Een absolute polderbeul.



Er stopt een ouder paar die aan het fietsen waren en zij bewonderen, net zoals ik, de geweldige vis. Voor de gelegenheid vraag ik hen of zij een foto willen maken... Mijn dank bij deze is groot! Hierna houd ik het voor gezien, want deze vis wordt vandaag niet meer overtroffen.

Groetjes,

Dale